Een ode, lieve Godelieve


Als ik in het huis van vader

Dat eerst van mijn ouders was

Door de fotoalbums blader

Met mijn weemoed als kompas

Valt iets op dat alle jaartallen verbindt

Want je kijkt op elke foto naar het kind

 


Alle beelden van jouw leven

Die ik speurend tegenkom

Zijn van kinderen vergeven

Tonen prachtig aan waarom

Jij als moeder en als juf zo werd bemind

Want je kijkt op elke foto naar het kind

 


Je wil al je aandacht schenken

Aan de koter op je schoot

En ik hoor je bijna denken:

‘Is dat jasje niet te groot?

Zit het mutsje goed met deze koude wind?’

Want je kijkt op elke foto naar het kind

 


Met een klapzoen op de wangen

Of een aai over de bol

In een sluitertijd gevangen

Eeuwig in de moederrol

En voor fotografen was je blijkbaar blind

Want je kijkt op elke foto naar het kind

 


Kon je nu maar naar me kijken

Nog één keer, op die manier

En je liefde laten blijken

Ook al komt het van papier

Maar ik vrees dat ik je ogen nergens vind

Want je kijkt op elke foto naar het kind



Met een onvervuld verlangen

Gaan de albums in de kast

Maar ik laat het hoofd niet hangen

Blij en dankbaar stel ik vast

Dat jouw blik in mijn geheugen is geprint

Want ik was op al die foto’s vaak het kind

 

 

© Theo Danes